GroenLinks heeft op drie punten haar zorgen geuit, maar is na toezeggingen van het college wel akkoord gegaan met de begroting voor 2016.

1. De huidige meerjarenbegroting betekent interen op de zorgvuldig opgebouwde reserves met ruim een miljoen euro. Het college verwacht toch wel meevallers en komt bij de voorjaarsnota van 2016 met maatregelen om het tekort te dichten dat voorzien is voor 2017 en de volgende jaren. Daar houden we het college aan.

2. In de begroting staan geen/nauwelijks ambities op het gebied van energie en klimaat. Het college kondigde aan dat er plannen aankomen voor grootschalige zonne-energie, houdt zich aan het energieakkoord en komt eerdaags met een inventarisatieronde voor een vervolg op de vorige klimaatmaatregelen. We zullen dat kritisch volgen en aanjagen waar mogelijk. We zorgen voor de hete adem in de nek van het college.

3. In het sociaal domein staat in de begroting voorop dat de beschikbare middelen maatgevend zijn voor de zorg en hulp die gegeven wordt. GroenLinks vindt dat de daadwerkelijk noodzakelijke hulp het uitgangspunt moet zijn. De wethouder meldt dat het Sociaal Team inderdaad zonder financieel voorwaarden opereert, maar dat voor begrotingsdoeleinden het financieel kader ook belangrijk is. We wachten af hoe het eerste jaar daadwerkelijk verloopt.

Het vervolg van het verhaal met de druide van het kleine dorpje werd gepresenteerd om te illustreren vanuit welke waarden GroenLinks uitgaat bij het beoordelen van de begroting en om na te gaan of de echte problemen worden aangepakt, kansen worden benut en de burger positief en volwassen tegemoet wordt getreden.

Lees verder en beoordeel zelf hoe dit als metafoor bij de Westervoortse werkelijkheid past. De bijlage geeft de complete bijdrage.

De druïde van het kleine dorpje, dat dankzij de toverdrank weerstand kon bieden tegen de overheersers, was nog steeds bezorgd. Hij had als druïde wel zijn best gedaan om het gebruik van de voorraad toverdrank tot het hoogst noodzakelijke te beperken, maar de dorpsoudste die de voorraad feitelijk beheerde besefte nog echt niet dat het slecht ging met de aanmaak van de toverdrank. De groeiomstandigheden voor de maretak, het belangrijkste ingrediënt voor de toverdrank, werden steeds slechter: dat was het echte probleem. Gelukkig was het domme plan van de hoge heren van het dorp om alle maretak bij de Kleine Plas in één keer te oogsten nog niet uitgevoerd. Maar uitstel was nog geen afstel en het gevaar dat het grote oogsten toch nog door zou gaan was nog niet geweken. Er waren gelukkig wel signalen dat bij de Grote Hoop de omstandigheden beter zouden kunnen worden en dat daar op de lange termijn ook maretak zou kunnen groeien

***

Via de Bolderkar , het plaatselijk nieuwsorgaan, deden de laatste tijd ook nog andere verhalen de ronde. Een verhaal ging over vreemdelingen, die moesten vluchten omdat hun hele leefgebied in oorlog was en die nu ook al in de buurt van het kleine dorp waren. De meeste mensen in het dorp konden zich niks bij oorlog voorstellen, maar waren wel begaan met deze mensen in nood. Een aantal dorpsbewoners stak de koppen bij elkaar en maakten vast plannen om spullen en woonruimte te regelen voor het geval dat die vreemdelingen in het dorp aan zouden kloppen. Het gaf een goed gevoel op de situatie voorbereid te zijn en daadwerkelijk iets te doen. Een ander verhaal ging over een vreemdeling die bij een van de dorpsbewoners op bezoek was geweest. Hij had vanuit een ver land een bijzonder kruid meegenomen, waarmee het eten veel lekkerder werd. Van dit kruid had hij niet alleen de afgeknipte blaadjes meegenomen, maar ook een paar takjes die bestemd waren om te enten en zaadjes om te laten ontkiemen. De boodschap daarbij was dat men moeten delen om te vermenigvuldigen en moet planten alvorens te oogsten. De dorpsbewoners werden door deze verhalen wel geïnspireerd, maar de dorpsoudsten deden het af als waanideeën en onruststokerij.

*****

De druïde werd ook geïnspireerd door de verhalen over de vreemdelingen. Hij dacht: “Laten we van hen leren en gaan delen om te vermenigvuldigen”. En via de Bolderkar bood hij bewoners stukjes maretak aan, die ze dan zelf op de eikenboom in hun tuin zouden kunnen enten. Bewoners waren enthousiast, maar de hoge heren vonden het maar niks dat burgers zich gingen bemoeien met zaken waar ze in hun ogen geen verstand van hebben.