Tijdens de commissievergadering van 21 januari veegden alle fracties al het voorliggende voorstel van tafel om het stationsplein als shared space in te richten. Ook inspreker Harrie Peters namens de Fietsersbond had hier geen goed woord voor over. Wij hadden vanuit GroenLinks een uitgebreide analyse van de situatie en iedereen heeft daar behoorlijk goed naar geluisterd (zie ook bijlage met de inbreng op 21 januari). Samenvattend betoogden we:
- Het voorstel dat er ligt voldoet niet aan de vraag van de raad in 2018 en 2019 (zonde van de ambtelijke uren en het adviesrapport).
- Er zijn geen grote infrastructurele aanpassingen nodig (net als ons betoog in 2018), want kleine aanpassingen volstaan en het is inmiddels veel veiliger geworden.
- Wel kan de situatie blijvend als lastig worden gekenschetst voor de automobilist; wellicht oplosbaar met nog een enkele kleine maatregel.
- Aanvullende maatregelen moeten pas genomen worden als dat duidelijk kan worden afgeleid uit observatieonderzoek naar bijna-ongelukken, net zoals we al in 2018 betoogden.
- De inrichting en wegbeeld zijn al zodanig dat de gemiddelde automobilist iets harder dan 30 km/u rijdt en dat daarmee de instelling van de ''30 km/u-zone'' gelegitimeerd is. De motie van 5 februari 2018 om dit te realiseren duldt dat ook geen uitstel meer.
- Een van de nuttige kleine maatregelen is een voetgangersoversteek tussen station en Vredenburgstraat.
De meeste punten van dit betoog heeft het CDA in een motie verwoord en dat hebben we samen ingediend tijdens de raad van 3 februari. Kleine maatregelen en aanvullend observatieonderzoek vormen het hart van de opdracht aan het college. Ons aanbod om over dit onderzoek mee te denken is aanvaard. (zie motie verkeersveiligheid)
Over de 30 km/u-zone, die al per motie in 2018 door de raad was opgedragen, is de afgelopen 2 jaar alleen maar getreuzeld door de verantwoordelijke wethouder(s). Ten onrechte werd door de wethouder naar voren gehaald dat er inrichtings-eisen zijn voor een 30km/gebied, terwijl dat alleen (CROW)-richtlijnen/aanbevelingen zijn. De ultieme legitimatie voor de invoering van een snelheidslimiet is de feitelijke snelheid van de gemiddelde automobilist. Hier is die feitelijke gemiddelde snelheid 31 km/u. De formele snelheid en de feitelijke snelheid, die uit het aanwezige wegbeeld blijkt, moeten met elkaar in overeenstemming zijn. De wethouder kan hiervan kennelijk niet overtuigd worden door de diverse adviezen sinds 2013, maar schermt met aanpassing van de inrichting, bijvoorbeeld Shared Space-achtig. Dit waandenkbeeld is gelukkig niet door de raad overgenomen.
Niettemin draaiden CDA, D66 en SP ook over het snelheidsregime, want tijdens de raad werd de steun voor de motie van 2018 alsnog ingetrokken. Het argument was dat er inmiddels nauwelijks meer ongelukken zijn gebeurd en dat het daarom niet meer nodig is en dat verdere snelheidsverlaging niet zou helpen. Ons betoog was dat niet het aantal ongelukken maatgevend is, maar de feitelijke beleving van de omgeving en dat daarom de snelheid daarmee in overeenstemming moet worden gebracht. Bovendien is elke extra verlaging van de snelheid een verbetering van de verkeersveiligheid (denk maar aan de remweg). Gelukkkig hangt het bord ''Gas terug'' er nog wel en dat bewijst dat iedereen dat nog wel nuttig vindt. Onze motie om nu met spoed de 30 km/u motie uit te voeren heeft het dus niet gehaald. Zie als bijlagen onze motie en onze inbreng hierover in de raad van 3 februari.