In het voorstel voor de begroting 2022-2025 had het college extra budget opgenomen voor (achterstallig) wegonderhoud, waarbij empassant ook een deel van het budget voor groenonderhoud werd gekort. Daarnaast werd voor de zekerheid maar vast 5 ton extra voor onvoorziene extra kosten voor jeugdzorg opgenomen. Dit budget kwam van de Mln 1,3 die alsnog voor 2022 voor jeugdzorg/ sociaal domein als soort nabetaling vanuit het Rijk is toegezegd.
Het ging de voltallige raad te ver om nu met deze extra budgetten akkoord te gaan, zonder eerst over de voorstellen apart te hebben gedebatteerd. Daarom werd de 1,3 Mln geparkeerd totdat de raad er via goed onderbouwde voorstellen in voorjaar 2022 ook inhoudelijk een akkoord over heeft kunnen geven. Er werd door de coalitiepartijen met name getwijfeld aan de resultaten van de weginspectie van juli 2021, die een zoveel slechter beeld opleverde dan in 2019, dat dat eigenlijk onvoorstelbaar was. GroenLinks heeft geen reden voor twijfel, maar wil wel meer informatie. Een motie voor een gedeeltelijk aanvullende inspectie, een second opinion, werd wel aangenomen.
Voor GroenLinks, maar ook de overige partijen, was het belangrijkste dat er niet zomaar op het groenonderhoud zou worden gekort. Ons wijzigingsvoorstel om wel vast 55.000 euro incidenteel toe te kennen aan de aanpak van urgente groenonderhoud-problemen, die in juli waren wegbezuinigd, haalde het nu nog niet. De meeste fracties waren het inhoudelijk wel met het wijzigingsvoorstel eens, maar vonden het te vroeg om hiermee nu, vooruitlopend op het totale debat over wegen/groenonderhoud begin 2022, al mee akkoord te gaan.
Ten opzichte van de onduidelijke en ondoorzichtige begroting, met allerlei spelfouten en inconsistenties, die we tijdens de commissievergadering voorgeschoteld hadden gekregen, was de nu bijgewerkte begroting wat dat betreft verbeterd. Ook de extra toelichtingen waren nuttig. Via een unaniem aangenomen wijzigingsvoorstel van ons werd ook inconsistent gebruik van ''speerpunten'' weggewerkt.
Daarmee konden we wel akkoord gaan met de aangepaste begroting, net als de coalitiepartijen(CDA, D66 en SP). De andere oppositiepartijen (VVD en PvdA) stemden toch nog tegen om hun moverende redenen.
In onze bijdrage blikten we als enige fractie terug op de gehele raadsperiode. Ons viel op dat de verbinding met onze inwoners er de afgelopen jaren niet beter op is geworden. Het serieus nemen van inwoners bij besluitvorming (participatie), het inlevingsvermogen (empathie) bij maatregelen in het sociaal domein en de transparantie (open, tijdige en actuele informatie) bij projecten in de leefomgeving, moet en kan veel beter. In onze bijdrage hebben we daar een aantal voorbeelden van gegeven. Hopelijk trekt het gemeentebestuur en ambtenaren het zich aan. Onze fractie zal erop blijven toezien.
De voorliggende, door de slechte financiele situatie beleidsarme, begroting is de laatste van deze raadsperiode.
Als GroenLinks gebruiken we dit moment wel om te reflecteren op de afgelopen vier jaar en de daaruit voorvloeiende belangrijkste waarden te duiden bij elk van de programma’s.
Bij programma 1 moet wat GroenLinks betreft de waarde ‘’inwoners serieus nemen’’ meer centraal staan. Onze kader-notitie over participatie en uitdaagrecht kan daarbij een belangrijke rol spelen. Ik wacht hiervoor nog op de toegezegde uitnodiging van de wethouder om hiermee aan de gang te gaan. Graag reactie van wethouder Breunissen hierop.
Dat deze waarde meer centraal moet staan volgt uit goede en minder goede voorbeelden van de afgelopen vier jaar.
Een minder goed voorbeeld (uit 2018) is het rapport Water voor Westervoort, waar inwoners hun energie ingestoken hebben, maar dat nooit uit de bureaula is gekomen en zelfs nooit aan de raad is gepresenteerd. Vraag: wordt hier ooit nog opvolging aan gegeven?
Een ander slepend voorbeeld is het burgerinitiatief ’t Valentier: de herinrichting van het speeltuintje aan de Kreytierstraat, nabij ’t Slag en Vaalmanstraat. Dit lijkt een slepend project, dat wacht op (re)actie vanuit de gemeente. Onze vraag: hoe staat het met dat initiatief?
Een beter voorbeeld is de ontwikkeling van Mooi Mosterdhof, dat gelukkig haar tempo kan behouden en dat we bij het herstelplan net aan te grote bezuinigingsdrift van het cda konden onttrekken.
Bij de avond over inclusie op 12 oktober memoreerde wethouder Breunissen het voorbeeld van het vergeten voetpad langs de Rivierweg, dat met extra kosten van 75.000 euro alsnog is aangelegd. Die extra kosten hadden voorkomen kunnen worden als gebruikers vooraf waren betrokken. Des te beter nu dat er op die inclusie-avond veel inwoners waren om over inclusie-maatregelen te praten. We gaan ervan uit dat die inbreng serieus genomen wordt.
We hebben ook de hoop dat we bij het laadpalenplan en herinrichting van de Heilweg binnenkort merken dat er veel inbreng opgehaald is, dat daar serieus rekening mee wordt gehouden en dat er een afdoende terugkoppeling aan meedenkers wordt gegeven.
Bij programma 2 moet wat ons betreft de waarde ínlevingsvermogen of empathie meer invulling krijgen van zowel het gemeentebestuur als de ambtelijke organisatie. Door de slechte financiele situatie heeft dit sociale domein de opdracht tot kostenbeperking gekregen, omdat daar budgetten vaak werden overschreden, hoewel de echte oorzaak bij het Rijk ligt.
Deze focus op geld en kostenbeperking heeft de laatste tijd overheerst en is het inlevingsvermogen in de knel gekomen, waardoor onnodig veel onrust bij het invoeren van maatregelen is ontstaan.
Het duidelijkste en meest recente voorbeeld is het opstapplaatsen-systeem bij leerlingenvervoer, dat met beter inlevingsvermogen en goede communicatie vanuit de gemeente met veel minder stress en leed bij betrokkenen ingevoerd had kunnen worden. Zie de door ons opgehaalde ervaringen en de daaruit voorvloeiende vragen die we daarover hebben gesteld.
Aan de andere kant hebben we de indruk dat de clienten van onze Regionale Sociale Dienst wel met meer empathie en vanuit vertrouwen benaderd worden. Zo kan het ook.
Onze oproep is dus om meer inlevingsvermogen te tonen zowel bij het reguliere werk als bij veranderingen. We zullen hier scherp op letten bij de eerstvolgende aanpassingen van verordeningen en bij evaluaties.
Bij programma 3 merken we, denkend aan de ervaringen in de afgelopen jaren, dat transparantie een waarde is die meer aandacht behoeft en die we als raad stevig moeten afdwingen.
Bij het plan van de Flierefluiter hebben we dat als raad in tweede instantie goed gedaan, door de wethouder terug te fluiten en aanvullende kaders mee te geven. Dat heeft een beter plan opgeleverd dan er eerst in de pen zat.
Bij het her- of verbouwplan van het Rode Dorp heeft de wethouder teveel naar de pijpen van Vivare gedanst en is er teveel informatie als vertrouwelijk bestempeld. Later is via een WOB-procedure deze informatie alsnog beschikbaar gekomen, maar bij de besluitvorming in de raad hebben we niet alle informatie bij direct betrokkenen kunnen verifieren. Dat is een slechte zaak. Daar moeten we nadrukkelijk van leren.
Nu spelen er weer ontwikkelingen, waarover we naar onze mening steeds in een laat stadium worden geinformeerd en bij betrokken worden. Naar informatie moeten we vaak vragen in plaats dat ons actief informatie wordt aangeboden. Ook kunnen we onze kaderstellende rol niet goed uitoefenen en worden we pas gevraagd om akkoord te gaan als alles al in kannen en kruiken is. Of we bij het kruisje willen tekenen. Ook inwoners worden nogal eens in een laat stadium met plannen geconfronteerd, wat argwaan opwekt en onnodige tegenstand.
Dit speelt wat ons betreft op de dossiers Westervoort Noord, Centrumplan, De Pals en de Nieuwhof. Dit levert de schijn van achterkamertjes-politiek op en verschil qua informatiepositie van diverse belanghebbenden. Kortom te weinig transparantie. Onze oproep hierbij aan alle fracties om hier scherp op te blijven letten en de oproep aan het college om optimale, tijdige transparantie te betrachten en ons en de inwoners vroeg in het proces mee te nemen.
Tot zover onze reflectie, voorzitter, die uitmondt in een oproep aan ons allen om meer werk te maken van de verbinding met onze inwoners door hen serieus te nemen, inlevingsvermogen te tonen en transparant te zijn in informatie en besluitvorming. Dat kan daadwerkelijk helpen om het vertrouwen te houden of herwinnen van onze inwoners, zodat ze in grote getale op 16 maart naar de stembus komen.